Armoede onder ouderen met een migratieachtergrond vraagt om een structurele aanpak

Op donderdag 20 oktober vond in de Social Hub The Hague de inspiratiebijeenkomst ‘Armoede en bestaansonzekerheid onder ouderen met een migratieachtergrond’ plaats. Tijdens deze bijeenkomst zijn de bevindingen gepresenteerd van een verkenning onder Haagse ouderen met een migratieachtergrond die rond moeten komen van een inkomen rond het bestaansminimum.

In eerdere studies van onder andere de Algemene Rekenkamer, het Sociaal en Cultureel Planbureau en het Centraal Bureau voor de Statistiek, komen ouderen met een migratieachtergrond naar voren als een groep met een verhoogd risico op armoede. Daarin speelt onder andere een rol dat velen van hen op latere leeftijd naar Nederland zijn gekomen, daardoor incomplete AOW-rechten hebben opgebouwd en zij niet altijd gebruik maken van hun recht op een (aanvullende) uitkering.

Over hoe ouderen zelf deze situatie ervaren en hoe zij daarmee omgaan, is echter weinig bekend. Vandaar dat de Werkplaats Sociaal Domein Den Haag & Leiden heeft beloten om in 2021/2022, in samenwerking met de opleiding Social Work van de Haagse Hogeschool, een verkenning uit te voeren onder in Den Haag woonachtige ouderen met een migratieachtergrond. Hierbij is ingegaan op welke factoren aan de basis staan van deze situatie, hoe ouderen zelf deze situatie ervaren, welke strategieën zij ontwikkelen om daarmee om te gaan, welke rol maatschappelijke instanties daarin spelen en wat de ouderen nodig hebben om deze situatie te boven te komen.

Tijdens de inspiratiebijeenkomst zijn de belangrijkste bevindingen van deze verkenning gedeeld met professionals en vertegenwoordigers van de gemeente Den Haag, welzijnsorganisatie Xtra/Wijkz, het Kennisplatform Seniorvriendelijk Den Haag en de Haagse Hogeschool. Samen met de aanwezigen is verkend hoe de situatie van deze ouderen zou kunnen verbeteren en welke rol organisaties in de stad daarin zouden kunnen spelen.

Naast een vaak schrijnend beeld van de situatie van deze ouderen en inzichten in de factoren die hieraan ten grondslag liggen, komen moeilijkheden naar voren. Moeilijkheden waar professionals tegenaan lopen in hun zoektocht naar een passende oplossing in de situaties met armoede en bestaansonzekerheid waar zij in hun dagelijkse praktijk mee te maken krijgen.

In het gesprek komt met name de volgende vraag naar voren:

Blijven we, zoals nu doorgaans het geval is, zoeken naar antwoorden op individueel niveau of kunnen we met elkaar op zoek naar een structurele aanpak van de armoede en bestaansonzekerheid onder deze groep van ouderen met een migratieachtergrond?

Aspecten van een dergelijke structurele en gezamenlijke aanpak die daarbij naar voren worden gebracht, zijn:

  • Haal armoede uit de taboesfeer en benader het als een structureel maatschappelijk probleem dat niet op individueel niveau opgelost kan worden.
  • Het beroep op eigen kracht en het eigen netwerk, zoals vaak in beleid te horen is, werkt averechts bij deze groep. De netwerken waarover mensen beschikken, zijn doorgaans zeer beperkt en bestaan vaak uit mensen in een vergelijkbare situatie waardoor de mogelijkheden op onderlinge hulp uitermate beperkt zijn.
  • Een oproep aan de lokale en uiteindelijk ook landelijke politiek is nodig. Hoewel de problematiek niet nieuw is, dient deze nadrukkelijker geagendeerd te worden op de politieke agenda.
  • Wijzig het huidige stelsel van sociale voorzieningen. Dit bevat tal van regels en voorwaarden,(zoals een verblijf van 50 jaar in Nederland, wil men voor een volledige AOW in aanmerking komen) die niet meer aansluiten bij de huidige realiteit. En maken dat deze groep ouderen na hun pensionering geen toegang heeft tot toereikende financiële voorzieningen en volwaardig burgerschap.
  • Geef professionals in de wijken de juiste middelen en de nodige tijd om deze problematiek zowel op individueel als op collectief niveau aan te pakken.
  • Zorg er als gemeentelijke diensten voor om zichtbaar en actief aanwezig te zijn in de wijk. En in direct contact te staan met ouderen en met professionals zoals ouderenconsulenten, buurt- en opbouwwerkers die een belangrijke intermediaire rol naar deze groep kunnen vervullen.

Het volledige onderzoeksrapport is hier te lezen.